Khan's paleis
 
Bakhchysarai was lange tijd de hoofdstad van het Tataarse Krim-khanaat. De plaats werd gevestigd in de 13e eeuw door leden van de Gouden Horde (het leger van Djenghis Khan).
Ook vandaag nog is Bakhchysarai een plaats waar de nazaten van de Gouden Horde de grote meerderheid van de bevolking uitmaken. Bakhchysarai had ooit 32 moskeeën waarvan de meesten in opdracht van Catherina de Grote met de grond gelijk gemaakt zijn. Het paleis, waaraan bijna driehonderd jaar gewerkt was, heeft ze gelukkig laten staan. Zo kan het dat je midden op de Krim ook vandaag de Muëzzin kunt horen oproepen tot gebed. (de Krimtataren zijn overwegend moslim).
 
Bakhchysarai is voor Russen vooral bekend om een episch gedicht van Poeshkin, “De fontein van Bakhchysarai”. Dankzij dit gedicht heeft Bakhchysara zijn oorspronkelijke naam behouden. Toen Stalin in 1944 de Krimtataren gedeporteerd had naar Centraal-Azië heeft hij alle Tataarse namen van de dorpen op de Krim gerussificeerd, behalve die van Bakhchysarai. Het gedicht was zo bekend, en daarmee de plaats , dat het vervangen van de naam als een belediging van de Russische cultuur moest worden beschouwd. Dit ging zelfs Stalin wat te ver.